menu

Welke deugd zou Sint Maarten in onze tijd willen schenken?

Alice Woutersen 

Sint Maarten, fresco van de gebroeders Da Seregno, 15e eeuw, Mesoco

We kunnen de tijd waarin Sint Maarten leefde niet vergelijken met de onze. Meer dan 1600 jaren scheiden ons!

De vierde eeuw was nog de tijd van het Romeinse rijk. De barbaarse volken werden onderworpen en geciviliseerd. Dat ging er hardhandig aan toe.

Medelijden met mensen die niet tot je eigen groep behoorden kwam niet vaak voor. Het “Heb uw naaste lief gelijk uzelve” had al wel geklonken, maar was nog niet opgenomen in de cultuur van die tijd.

Nu, 16 eeuwen later, is ‘medelijden hebben met…’ tot op zekere hoogte onderdeel geworden van onze cultuur. Maar het samen delen vinden we nog altijd moeilijk.

Tot welk vermogen zou Maarten ons in onze tijd willen aansporen? Voor ‘wat’ zitten wij als bedelaars bij de poort?

En ‘wat’ zouden wij, Maarten zijnde, aan onze naaste schenken? Misschien het vermogen om sociaal te kunnen samenwerken, zonder polarisatie? Een soort broederlijke samenwerking?

Het is moeilijk om werkelijk broederlijk samen te werken. Haat, nijd, afgunst, dominantie, zich niet gezien voelen, dogmatisme in plaats van vrijheid, beweeglijk denken, vergevingsgezindheid enzovoort. Iedereen kan de rij wel aanvullen en dit soort problemen komen voor op vele plekken waar mensen samenwerken…

Op zichzelf zijn de schermutselingen niet zo erg, maar de gevolgen kunnen verwoestend zijn als wij geen tolerantie en vergeving ten opzichte van elkaar kunnen opbrengen.

In plaats van ons te richten op ‘het innerlijk streven van de mens zich met zijn hogere Ik te verbinden’, begeven wij ons door onze kwaadheid, beledigd zijn e.d. in het duistere en egoïstische gebied van het lagere ik.

Wij realiseren ons zelden, dat elke kwaadwillende daad, hoe onbeduidend ook, onze wil onvrij maakt en uitlevert aan de lagere krachten van onze eigen natuur. Dit kan zelfs zo ver gaan dat de wil een blind werktuig wordt van egoïstische motieven van ons lager ik.

In sommige levensbedreigende situaties kan dat juist zijn, maar in het dagelijkse leven doodt dat vruchtbare initiatieven.

Aan de wortels van ons vermogen om broederlijk samen te kunnen werken, liggen de deugden van tolerantie en vergeving ten opzichte van de medemens en onszelf.

Die deugden gaan samen met een actieve innerlijke scholing om de mens als zich ontwikkelende individualiteit serieus te nemen.

Een mens is pas echt vrij als hij in staat is zijn wil helemaal door zijn hogere Ik te laten leiden.

Zover zijn wij nog niet. Wij worstelen om ons te bevrijden uit de banden van het lagere ik en om een verbinding te leggen met ons hogere Ik. Het zou goed zijn elkaar bij dit streven te helpen.

Hoe zouden we dat kunnen doen? Door ons te richten op het hogere Ik van de mens.

Iedereen zal af en toe terugvallen in zijn lagere driften. Daarvoor moeten wij tolerantie en vergeving weten op te brengen. Het ontwikkelen van tolerantie en vergeving werkt vruchtbaar op onszelf én op de ander, het werkt bevrijdend en houdt het sociale samenspel beweeglijk.

Je richt je op het goede van de ander, op zijn hogere Ik. In het oerbeeld van het hogere Ik van ieder mens werkt Christus. Via tolerantie en vergeving komt de weg vrij Christus, door de andere mens heen, te ontmoeten.

Laten we nu teruggaan naar het beeld van Sint Maarten en de bedelaar aan de poort.

Door zijn omzien naar de bedelaar komt Maarten door een droom of visioen in contact met Christus. Christus openbaart zich door de bedelaar heen. In de vierde eeuw gebeurde dat via een droom of visioen, in onze tijd is het mogelijk zulke dingen met een wakker bewustzijn waar te nemen.

In onze tijd gaat het erom elkaar omhulling te schenken, waardoor het strevende ik van de medemens , en dat van onszelf, zich kan ontwikkelen.

In de 21e eeuw zullen tolerantie en vergeving ons helpen deze omhullingen te vormen. Het gericht zijn op het hogere Ik van de ander kan ons de moed geven werkelijk de vijfde regel van het ‘Onze Vader’ te bidden:

“Vader, vergeef ons onze schulden, zoals wij vergeven onze schuldenaren.”

Ons hogere Ik is van zich uit vergevingsgezind ten opzichte van ons strevende ik, dat zich met vallen en opstaan uit de banden van de lagere natuur probeert te ontworstelen.

Wanneer wij tolerantie en vergeving in onszelf ontwikkelen, proberen wij hetzelfde te doen ten opzichte van onze medemens.

© Het Zonnejaar 1980 - 2025