menu

Pasen, Hemelvaart en Pinksteren

In het licht van de mensheidsontwikkeling  

Alice Woutersen 

Pasen, Hemelvaart en Pinksteren zijn drie christelijke feesten die bij elkaar horen en verhalen over historische gebeurtenissen. Het is echter o zo moeilijk om een innerlijke verhouding tot de inhoud van deze feesten te vinden. In onze tijd van exact en materialistisch denken kunnen we de gebeurtenissen tot het kruis op Golgotha nog wel volgen, maar dan… hoe komen we verder?

We kunnen proberen om voor onszelf een beweeglijk beeld op te bouwen rond deze gebeurtenissen. Hoe gebrekkig het opbouwen van deze bewegende levende beelden ook zijn kan, het helpt ons een verhouding te vinden tegenover het aardse, maar ook ten opzichte van het kosmische.

Hier volgt een poging:

Eens, heel lang geleden, besloot de goddelijke wereld om iets dat in haar leefde buiten zichzelf tot wasdom te laten komen. Anders gezegd: zij besloot mensen te maken, die de opdracht zouden krijgen de liefde buiten de goden te vervolmaken. Iets dergelijks was in een voorgaande fase door andere wezens volbracht: zij vervolmaakten de wijsheid, deze wijsheid is nu in en om ons, in het wonderbaarlijk vernuftige menselijk lichaam en in de hele natuur.

Maar ware, belangeloze liefde kan je alleen maar ontwikkelen wanneer je een zelfstandig, onafhankelijk wezen bent. Tegenwoordig zeggen we: iemand die zijn IK in zich draagt.

De goden (de hiërarchieën) schiepen dus de mens en dat was een lang proces. Eerst leefde de mens in het paradijs, dat wil zeggen: nog ingebed in de geestelijke wereld.

Toen brak de tijd aan dat de mens moest leren op eigen benen te gaan staan, hij moest zelfstandig worden. De mens moest zich gaan afzonderen van de goddelijke wereld. De goden moesten toestaan dat de mens in contact kwam met de tegenstandersmachten. In eerste instantie waren het Luciferische machten die de mens begeleidden. De mens werd door hen verleid om van de boom van de kennis van goed en kwaad te eten. Zo ontwikkelde zich gaandeweg het denken, waarnemen en voelen van de mens. Via Lucifer kon ook Ahriman zijn invloed gaan uitoefenen.

Zou dit allemaal niet gebeurd zijn, dan leefden wij nu nog als onbewuste wezens in het paradijs.

De greep van de tegenmachten op de mens werd echter veel steviger dan de bedoeling was geweest en het verhardingsproces van de mens verliep veel te snel. De mens werd teveel afgesnoerd van de goddelijke wereld en had in zichzelf niet genoeg kracht om zich van de tegenmachten te bevrijden. De mensen werden als het ware meegezogen in een gebied dat de goden niet kenden en dat de dood genoemd wordt. In dit voor de goddelijke wereld duistere gebied konden de goden de mensen niet meer begeleiden. Hierdoor was er voor de mens geen gulden middenweg meer waarlangs hij zich kon ontwikkelen tot een IK-wezen.

Nu werd de kloof tussen de mens en God steeds groter en werd uiteindelijk bijna onoverbrugbaar. Zelfs via de inwijdingsweg in de oude Mysteriën werd het steeds moeilijker om verbinding te krijgen met de goddelijke wereld. Er moest hulp komen, anders zou de mens voor de goden verloren gaan.

Toen daalde een hoog Zonnewezen, dat alle wijsheid van de kosmos in zich had opgenomen, af naar de aarde om daar de dood te doorgronden en de mens van zijn ondergang te redden. Deze Zonnegeest, die wij Christus noemen, incarneert in een mensenlichaam, in Jezus van Nazareth. Dit gebeurt bij de Doop in de Jordaan en wij kunnen daar niet genoeg ontzag voor hebben. Een goddelijk wezen dat zich uit de kosmos samentrekt om mens te worden!

"Het Woord is vlees geworden" (vert.N.B.G.)

"Het Wereldwoord is aardemens geworden" (vert. H.Ogilvie) Joh.1:14

Gedurende de volgende drie jaren wordt Hij steeds meer mens om tenslotte de dood te sterven en deze geestelijk te doorgronden (Hij daalt af ter helle). Hij overwint de dood en staat op in een geheel vergeestelijkt lichaam (het opstandingslichaam, Geestmens). Het Mysterie van Golgotha is een kosmisch gebeuren. Christus laat zijn levenskracht in de aarde vloeien (zijn bloed). Met deze nieuwe kracht is de mens in staat zich te ontworstelen aan het verhardingsproces.

Met Hemelvaart overbrugt Hij de kloof tussen de mens en de goddelijke wereld. Daarmee is voor ons mensen weer de mogelijkheid geschapen om zuivere verbindingen met de geestelijke wereld te maken. Met Pinksteren zendt Hij de Heilige Geest (Helende Geest) naar de mensen, om diegenen die zich genoeg ontwikkeld hebben te helpen het mensheidsideaal terug te vinden. Wij worden dan IK-dragers die de liefde kunnen vervolmaken.

Christus' daden zijn kosmische daden om ons te redden voor de goddelijke wereld. Christus wijst ons de weg die wij moeten gaan. Maar wij gaan die met vallen en opstaan. Dit strompelend en struikelend afleggen van de weg wordt beschreven in de volkssprookjes, in beelden. Het is voor ons heel gezondmakend wanneer wij innerlijk bewegend de sprookjes meebeleven en ook leren om over onszelf te lachen! Humor is heel belangrijk in het leven! Niet voor niets heeft Rudolf Steiner ook de humor een plaats gegeven in het beeldhouwwerk van de Mensheids-representant in Dornach.'

© Het Zonnejaar 1980 - 2024