menu

De mens en de aarde

Mirjam Chamuleau 

Als mens zijn wij, niemand uitgezonderd, aardeburger. De aarde is de plaats waar ons menszijn zich voltrekt. De aarde draagt de mens, …letterlijk!

De wijsheid van de schepping heeft de aarde en de mens zo geschapen dat de weerstand van het aardeoppervlak de mens de mogelijkheid geeft zich ’op te richten, te gaan staan en zijn weg te gaan.’ De aarde is de vaste grond onder onze voeten. Voor ons is dat meestal zo vanzelfsprekend dat we daar niet bij stilstaan, er doorgaans geen bewustzijn voor hebben. Alleen in heel bijzondere omstandigheden kun je je ineens realiseren welke waarde vaste grond onder de voeten heeft.

Mijn moment had ik een aantal jaren geleden; ik bevond me op een schip op de Ierse zee, het was windkracht 12 en de boot sloeg heen en weer op de huizenhoge golven. Het beklimmen van de trap om mijn hut te bereiken leverde zoveel ’stappen in het niets’ op dat ik de onvoorwaardelijkheid waarmee de aarde mij doorgaans vaste grond onder de voeten geeft hoog heb geprezen en gedankt!

De aarde is geen berg starre, dode materie maar een levend organisme, beschrijft Rudolf Steiner in zijn voordracht ’De vier jaarfeesten’. De hiërarchieën en de elementenwezens werkten en werken in en aan de levenskrachten van de aarde. Onzichtbaar brengen ze de aarde in beweging, van groei tot bloei tot vruchtdragen tot rijping tot rust.


De seizoenen

De levende aarde heeft ook, net als de levende mens, een eigen ritme. De meesten van ons kunnen de werkende, dragende krachten van de aarde zoals b.v. de elementenwezens niet direct waar nemen. Wat we wel kunnen voelen en beleven is het resultaat van hun werk. In de seizoenen zie en beleef je de ademhaling van de aarde.

De aarde voedt ons; ze geeft ons lichaam zuurstof en voedsel. Door de seizoenen heen kan onze ziel zich voeden door mee te leven, mee te ademen in het ritme van de aardeziel. Onbewust doen we dit natuurlijk al! leder mens kent de ervaring hoe anders je jezelf kunt voelen in de zomer dan b.v. in de winter.

Van mensen die in de tropen leven, hoor je ook dikwijls dat ze de wisseling van de seizoenen zo missen; kennelijk geeft het gaan door de seizoenen ons in onze ziel een kans om iets aan te ontwikkelen.

Onlangs ontmoette ik in New York (U.S.A.) de 90-jarige overgrootmoeder van mijn kleinzoon. Het eerste wat zij bij deze ontmoeting aan mij vroeg was: ’O, je komt toch uit Nederland, uit Europa laat me je vragen, hebben jullie herfst en lente, hebben jullie seizoenen?’

Toen ik haar vraag bevestigend beantwoordde zei ze met een glimlach: "Goed. ! Wel, alles heeft zijn eigen tijd, je kunt er veel van leren." Vervolgens ging ons gesprek verder over allerlei andere zaken en was er voor haar een vraag beantwoord en voor mij was er wat om over na te denken gebleven! Deze wijze, oude dame heeft in haar leven kennelijk veel beleefd aan het meeleven met de seizoenen!

In het boekje ’De vier jaarfeesten’ beschrijft Rudolf Steiner hoe de aarde haar ziel begint in te ademen in de herfsttijd. Wij zien dan langzamerhand alle levenskrachten zich terugtrekken tot zelfs binnen het aardeoppervlak.

Blad gaat kleuren, loslaten, vallen, bloei verdwijnt, insecten zoeken hun beschutting en verdwijnen uit het zicht, de dierenwereld trekt zich terug in de holen in de aarde en alles komt tot rust.

Ook wij gaan in deze beweging mee. Na de vakantie en de uitbundigheid van de zomer gaan wij ook weer terug in onze huizen en komt de tijd van overdenken, van weer naar binnen gericht zijn. Dan gaat de herfst over in de winter en de natuur, verstild door kou en donkerte, lijkt dood.

Als wij met onze ziel daarin mee zouden gaan, zouden we geen nieuwe lente kunnen beleven. Gelukkig hebben wij nu ons grote feest in de herfst, het Michaëlsfeest! Het is het feest waaruit we moed kunnen putten, de kou en het donker in te gaan zonder eraan ten onder te gaan. Het stelt ons in staat om in de uiterlijke midwinter-donkerte ons innerlijk lichtfeest, het geboortefeest met Kerstmis te vieren.

Dan in het voorjaar begint de aardeziel weer ’uit te ademen’ en worden de levenskrachten weer zichtbaar, eerst in het terugkomen van het licht. Het grote werk dat de elementenwezens in de donkere tijd hebben verricht, wordt

zichtbaar in het weer boven het aardeoppervlak komen van de kiemen. De krokussen en de narcissen worden omhoog gestuwd, de grond uit, knoppen zwellen, insecten ontwaken uit hun winterslaap, de vogels beginnen te fluiten en te

zingen, je ruikt het in de lucht, het wordt lente!

Ook in onze ziel wordt het dan lente, wij willen onze huizen weer uit, ons koesteren in de lentezon. Concentreren op studie lukt lang niet meer zo goed als in de herfst. Temidden van deze opstanding in de natuur vieren wij het opstandingsfeest van Pasen. In onze ziel willen we meegroeien en ontluiken met de natuur en zo glijden we in deze wereld van groei en bloei de zomer in.

In de hoogzomer (ons taalgebruik zegt het al als we spreken van mid-winter en hoog-zomer) is de aardeziel zover uitgeademd dat zij tot in de kosmos rtikt en wij kunnen met onze zielen een heel eind meereizen met de aardeziel en ons in de zomertijd overgeven aan de elementen.

De warmte, het water, de lucht, het lopen over de aarde, het opgaan in de elementen. En dan is er het St. Jansfeest wat ons laat opgaan in de elementen maar ons ook toeroept ons ’in te keren’ en met de aarde verbonden te blijven. Het roept ons toe ons voor te bereiden op de komst van Hem die ons licht schenkt in ons aardeleven.

En als de aardeziel haar inademing weer begint kunnen ook wij ons weer opnieuw verbinden met de kringloop van het jaar!

Bron: De vier jaarfeesten’, Het jaarritme als ademproces van de aarde. Rudolf Steiner. Vrij Geestesleven ISBN 9060380975.

© Het Zonnejaar 1980 - 2024