menu

Bileam en zijn Ezel

Fusien van den Ent 

In het verhaal over Bileam en zijn ezel zien we Michael als genius van het Israëlitische volk en ook als leider van de mens op zijn ontwikkelingsweg. Waar het Oude Testament vertelt over Mozes en het Israëlitische volk zonder thuis door de woestijn trekkend naar het beloofde land: daar gaat het over een tijd waarin de mensheid het droomland van het oude helderziende schouwen verlaat en op weg is naar de wakkerheid van het heldere hoofddenken.

Toen het Israëlitische volk een eigen plaats zocht in Palestina, vond het daar volkeren die leefden met magische oude religies. Ze kwamen aan de grens van Moab. De vorst van de Moabieten, Balak, werd bang dat ze door zijn land zouden trekken en ontbood Bileam, een magiër: "Bileam, kom hier, je moet dit volk vervloeken als ze door mijn gebied willen trekken. Jij moet zorgen dat ze verdwijnen. Dan zal ik je rijkelijk belonen."

Na veel twijfel ging Bileam naar het rijk van Balak. Hij reed op een ezel en had twee dienaren bij zich. Toen kwam er een engel van God, die de ezel de weg versperde. Bileam zag de engel niet, maar de ezel zag hem wel. Geschrokken sprong het dier van de weg af het veld in. Daar bleef hij stokstijf staan. Bileam sloeg de ezel en de dienaren trokken hem weer op de weg.

Het ging een tijdje goed, maar op een plek waar het veld ommuurd was ging de engel weer voor de ezel staan. Nu drukte de ezel zich zo stijf tegen het muurtje, dat Bileams voet klem kwam te zitten. Bileam begon te schreeuwen en de ezel te slaan. De dienaren trokken de ezel vooruit, hij moest wel, of hij wilde of niet.

Voor de derde maal versperde de engel de ezel de weg, nu op een nauw pad. Nu liet de ezel zich op de knieën vallen, zodat Bileam eraf viel. Hij werd verschrikkelijk kwaad en pakte zijn staf met beide handen om de ezel er duchtig van langs te geven, Maar die stootte wonderlijke geluiden uit. Zoiets had Bileam nog nooit gehoord: hij liet zijn stok vallen en luisterde aandachtig. De ezel balkte: "waarom sla jij je trouwe ezel? Kijk uit je ogen Bileam, recht voor je!"

Nu ging Bileam een licht op. Hij werd eindelijk de engel gewaar die met zijn zwaard de weg versperde. Bileam wierp zich ter aarde. De engel sprak tot hem: "Ga gerust naar Balak, maar zeg hem alleen wat ik je nu zeg: het volk Israël is onder Gods hoede!"

Toen Balak hoorde dat Bileam in aantocht was, trok hij hem tegemoet om hem te begroeten. Hij bracht hem naar een heuvel waar vandaan hij het tentenkamp van de Israëlitische kon zien liggen.

Balak moest voor Bileam een altaar bouwen. Toen het offer in gereedheid werd gebracht hoorde Bileam de stem weer: "Het volk van Israël is onder de hoede van God." Balak drong aan: "Begin met de vervloeking, Bileam!" Bileam antwoordde: "Het volk van Israël is gezegend. Hoe kan ik het volk vervloeken dat door God is gezegend?" Balak ontstak in hevige woede: "Ik heb je laten komen om mijn vijanden te vervloeken en jij zegent ze! Maak dat je weg komt!" Bileam ging op zijn ezel zitten en draafde weg zo hard als hij kon.

Dit is de korte versie van het verhaal in "En het werd Licht" van Jacob Streit. In Numeri 22-25 is het hele verhaal te vinden.

In de kerk van St. Andoche in Saulieu is Bileam afgebeeld op een kapiteel: Bileam op zijn ezel tegenover de engel Michael met zijn zwaard. Michael brengt Bileam via zijn ezel (zijn diepere lichamelijkheid) tot bewustzijn van wat hij eigenlijk gaat doen, en van wat hij moet doen.

Bileam loenst: één heel groot oog is omlaag gericht, naar de aarde, het andere oog is gericht op de verte: een zieners-oog, een gods-oog. Een mens met één oog naar zijn hoge opdracht, en het andere oog naar dat wat aarde-omstandigheden van hem vragen.

Meer hierover in:

  • 'Saulieu' door K.A.ter Horst-Arriëns
  • Moses und sein Zeitalter" door E. Bock, Vrij Geestesleven Urachhaus

© Het Zonnejaar 1980 - 2024