menu

Advent

Voorbereiding en verwachting  

Alice Woutersen 

Advent : voorbereiding en verwachting. Voorbereiding van wat? Voor de kinderen is het duidelijk: wij vieren de geboorte van Jezus, die voor de mensen het Licht op de aarde bracht. Wij bereiden langzaam maar zeker dit feest voor.

De Engel (of engelen) brengt iedere dag het Kerstkind een beetje dichter bij de aarde. Trede voor trede daalt zij af om in de Kerstnacht het kind in de armen van Maria te leggen. Op de tafel onder de adventsladder vormt zich door de vier adventsweken heen de aarde met alles wat erbij hoort.

Eerst dragen wij zand, stenen en water aan. De tweede week komen de planten erbij (aangevuld met zelfgemaakte bloemen en bladeren). De derde week volgt het dierenrijk en vormen onze handen uit klei of bijenwasfiguren die op dieren lijken. Ook wollen figuren kunnen ontstaan, zoals de schapen en de os en ezel. De vierde week zijn wij aangekomen bij het rijk van de mensen. Uit klei, wol en/of lapjes ontstaan herders en ook Jozef en Maria.

Jozef en Maria verplaatsen zich samen met de ezel in de richting van de stal, die ondertussen ook al verschenen is. Elke dag een stukje verder, tot ze op Adam-en-Eva-dag (24 december) in de stal aankomen. Dit is de dag waar iedereen naar uitziet. Vandaag wordt gezamenlijk de kerstboom opgetuigd, het huis versierd en met vereende krachten het kerstbrood gebakken. De kleintjes gaan naar bed, de groten naar een kerstnachtdienst of maken in het donker een mooie wandeling.

's Avonds laat worden de kleintjes gewekt. Het hele huis is dan met kaarsen verlicht, en zingend gaan we naar beneden om in het stalletje te gaan kijken waar Maria, verlicht door een kaarsje, gelukzalig haar kindje wiegt. De kaarsjes in de boom branden nu ook en het warme kerstbrood staat te geuren.

Dan wordt het geboorteverhaal gelezen uit 'Maria's kleine ezel', nog wat gezongen, en daarna wordt het kerstbrood aangesneden. Zo is door de jaren heen dit bij ons de traditie geworden, die natuurlijk van gezin tot gezin verschilt. Maar wat verwacht ik nu zelf, wordt het voor mij innerlijk ook feest of ga ik ten onder aan alle drukten en familiespanningen van dingen die niet te combineren zijn?

Wat wil ik verwachtingvol beleven of in mijzelf wakker roepen c.q. geboren laten worden? Waar wil ik zelf bij stil staan (als het al mogelijk is om in deze tijd ergens de rust te vinden om stil te staan, vooral vlak voor kerst)?

Het kost moed en kracht je hiervan bewust te worden en dan bedoel ik werkelijk innerlijk in jezelf te voelen wat je wilt en niet wat je met je hoofd bedenken kan.

Ik wil in die tijd mijzelf als mens beleven en mijn innerlijk goddelijke kern voelen. Ik wil bewust leren voelen dat ik de christuskracht, die Christus sinds het mysterie van Golgotha in ieder mens gelegd heeft, in mij draag en proberen deze vonk tot een mooie vlam te ontwikkelen. Wanneer ik dat werkelijk wil dan kost dat voorbereiding. Dit Licht in mijzelf kan alleen stralen en anderen tot heil zijn als ik zelf stevig in mijn schoenen kan staan.

Daarop moet ik dus in eerst instantie mijn aandacht richten, niet egoïstisch, maar om daardoor de ander de ruimte te kunnen bieden zichzelf te kunnen zijn. Met Michaël neem je de moed op om deze weg te gaan. De weg naar het geestelijke in jezelf, de weg naar het geestelijke in de ander, de weg naar het geestelijke in de wereld, de weg naar alle geestelijke wezens die ons zorgend en wevend omringen.

Hoe doen we dat? Als je in de Michaëls tijd (dus oktober-november) om je heen kijkt in de natuur wordt het je duidelijk. Alle bomen doen het ons namelijk voor: "leg sierlijk en met vreugde je oude omhullingen (verdedigingsmuren enz.) af en behoud de gouden essentie van je zijn". Iedere boom laat in de herfst met gratie en tot vreugde van vele levende wezens zijn vruchten en bladeren vallen. Hij verschijnt dan in zijn naakte zijn, zijn wezenlijke gestalte en draagt een groot geheim bij zich.

Welk geheim? Hij lijkt wel kaal en naakt, maar in zijn knoppen ligt de gouden essentie van zijn zijn. In wezen is hij nu het meest zichzelf, stevig rechtop staand trotseert hij iedere storm. Die stevigheid moeten wij ook zoeken. Wij moeten dan zelf op zoek gaan naar de gouden essentie van ons eigen zijn.

De antroposofie kan je daarbij helpen. Het is en blijft een persoonlijke zoektocht. En als je deze gouden essentie gaat naderen, dan voel je je warm van binnen worden, je voelt dat de vonk in jezelf gaat opvlammen. Het gaat echter niet alleen om jezelf. Deze vonk wordt pas echt een vlam als hij in het sociale kan opvlammen.

Daar sta je dan als een boom, kaal maar eigenlijk het meest jezelf en overal in je knoppen draag je de gouden essentie van je eigen zijn. Nu komt de eerst proef: het feest van Sint Maarten. Ben je in staat te delen? Dit is de eerste stap in de grote adventstijd die op 11 november begint en 43 dagen duurt. Men spreekt ook wel over de grote kersttijd die zich uitstrekt van Sint Maarten tot en met Maria Lichtmis (2 februari, 40 dagen na Kerst).

Het sociale oefenen is begonnen. Kun je werkelijk delen op alle denkbare gebieden ? Sint Maarten deelde zijn mantel in tweeën en gaf zijn halve mantel weg. De andere helft van zijn mantel behield hij. Dit laatste moeten wij goed tot ons door laten dringen. Een mens kan namelijk niet meer goed functioneren als hij innerlijk alles weggeeft. Ieder mens moet een deel behouden en zal dan merken dat deze halve mantel steeds weer heel, zo niet groter, wordt. Hierdoor kan men steeds weer en steeds meer schenken.

Dit delen en schenken is een hoge kunst , een kunst die je pas goed kan leren hanteren als je inzicht hebt gekregen in jezelf dus in je eigen gouden essentie. De volgende proef is het Sinterklaasfeest, het feest van creatief en sociaal bezig zijn.

Voor dit feest moet je je werkelijk verdiepen in de andere mens, je probeert van haar of hem een levend beeld te maken. Door de andere mens zo zuiver mogelijk te proberen te zien kun je hem datgene geven wat die ander juist nodig heeft. Met humor en creativiteit kun je de ander een handje helpen op zijn levensweg. HUMOR is daarbij onontbeerlijk. Vrolijkheid, lachen, zingen, creativiteit en humor zijn een soort smeerolie in het leven. Het is overigens niet alleen je inleven in de ander, want de ander houdt jou ook een spiegel voor. Dit kan je weer helpen beter inzicht te verwerven over jezelf en hoe je overkomt bij anderen.

Je verzamelt dus eerst de moed om je gouden essentie te gaan zoeken (en zodoende jezelf te leren kennen), dan om te leren werkelijk te delen met anderen en vervolgens om te proberen levende beelden te ontwikkelen van je medemensen en hen met liefde en humor tegemoet te treden en tevens leer je ook in je eigen spiegel te kijken om zo een eerlijk beeld over jezelf te vormen.

Door deze ontwikkeling te gaan kun je een open en onbevangen houding ten opzichte van je medemensen krijgen waarbij je niet overheerst noch dominant voelt en waar de ander zich ook veilig en gezien kan voelen. Ontmoeten wordt dan ook echt ont-moeten, dus je moet niet meer en mag jezelf zijn. Wanneer mensen elkaar zo ontmoeten, dan geeft dat nieuwe energie ("waar twee of meer in mijn naam verenigd zijn ben Ik (Christus) in hun midden"). Wij worden weer enthousiast (zijn in God en-thou-siast).

Op deze wijze zou ik het kerstfeest willen naderen: rustend in mijzelf en open voor de ander. En als het je lukt niet alleen je eigen vlammetje te laten opvlammen, maar ook dat van de anderen, dan voel je de jubel: het lukt (ook al is het soms kortstondig)! Er kan dan een intense vrede ontstaan, een vrede waarin iedereen zichzelf kan zijn in zijn diepste wezen.

"VREDE op aarde voor de mensen van goede wille".

© Het Zonnejaar 1980 - 2024